Ayaan at Sydney Writers' Festival
This is an edited version of the closing address of the Sydney Writers' Festival by Ayaan Hirsi Ali. Most recent book Infidel (Free Press).
Onderwerping aan het boek is leven in hun hel | To submit to the book is to exist in their hell |
---|---|
Het is een bestseller onder de rijken en het wordt gratis verspreid onder de armen. Het is een boek dat je niet op de grond mag neerleggen. Een boek dat niet mag worden aangeraakt door een menstruerende vrouw. Het is een boek dat de ene man inspireert zijn voorhoofd eerbiedig op de grond te leggen terwijl het een ander kan aanzetten tot oorlog. Het is een boek dat beweert dat de grootste daad van aanbidding waarnaar een individu kan streven het plegen van zelfmoord is, waarbij men tevens een zondaar van zijn leven moet beroven. De auteur heeft 99 namen maar niet een daarvan verschijnt op het omslag. Dit boek vraagt om totale onderwerping van de lezers. En het heeft de verbeelding van meer dan een miljard mensen in zijn macht. Zelfs voor ik kon lezen was ik al onder de indruk van dit boek. Om het boek te mogen aanraken moest ik eerst mijn handen wassen, vervolgens mijn gezicht, mond en armen, tot aan de ellebogen. Ik moest wat water over mijn haar en oren sprenkelen en ik moest mijn voeten wassen. Alles aan het boek was heilig. Dit onderdanige kind groeide op tot een rebelse tiener. Mijn moeder was bang dat mijn jongere zus Haweya en ik zouden ontsporen. Ze kocht drie grote hangsloten en een stalen grendel. Iedere avond en ieder weekend, als onze leeftijdgenoten rondhingen op straat, keken Haweya en ik naar de hangsloten. Dus zochten we naar een manier om onszelf te vermaken. Daardoor ontdekten we de kracht van boeken. Boeken waren in staat ons de hangsloten te laten vergeten. Na verloop van tijd werd Ma achterdochtig. Sommige van de boeken hadden geen kaften omdat ze al door teveel handen waren gegaan, maar de boeken die nog wel een kaft hadden toonden meestal een man die zich over een vrouw heen boog, met zijn mond op de hare en hun lichamen in innige verstrengeling. We scheurden deze omslagen van de boeken en als ernaar werd gevraagd, zeiden we dat deze boeken verplichte schoollectuur waren. Maar Ma ontwikkelde een talent om een boek niet slechts op zijn omslag te beoordelen, maar ook op afmetingen en voorkomen. Ze besloot dat alle kleine boeken gevaarlijk waren en ons op het verkeeerde pad zouden brengen. En niet alleen de liefdesromannetjes waren klein; alle boeken vielen onder deze categorie. Het enige boek dat een vaste plaats had in ons huis was het Heilige Boek. Ik leefde volgens het Boek, voor het Boek. Het enige wat nog ontbrak waren een man en kinderen. Korte tijd later werd een verre neef geselecteerd als mijn echtgenoot. Dit zou niet alleen onderwerping aan Allah betekenen, maar ook aan mijn toekomstige echtgenoot. De hel aan het eind van het leven was voor mij iets abstracts, maar de hel die bestond uit onderwerping aan een vreemde was direct tastbaar. Een weg terug bestond niet. Dit zou de hel zijn van nooit liefde voelen, de hel van nooit mijn levensgezel te kunnen kiezen, de hel die eruit zou bestaan mijn leven te delen met een man aan wie ik voor alles toestemming zou moeten vragen voordat ik de mogelijkheid zou hebben mijn dagelijkse vrijheid te beleven. Een man die zonder te vragen bezit zou kunen nemen van mijn lichaam. Deze vreemde had het Heilige Boek aan zijn kant. Ik had - gelukkig - mijn verbeeldingskracht aan míjn kant. Ik onderdrukte mijn angst voor de Dag des Oordeels en de dwang die uitging van het Heilige Boek. Ik vluchtte naar Amsterdam en ik vroeg asiel aan. En ik kreeg het. Ik arriveerde in een nieuw land waar geen clans waren, geen stammen, niet een maar verschillende heilige boeken; ik las hun boeken, ik las hoe gelovig ze waren geweest; hoe ze zich hadden ontwikkeld richting secularisatie. Hoe ze God langzaamaan hadden verwijderd uit het openbare leven. Ze stimuleerden mijn verbeelding, maar ze boezemden me ook angst in, want elk van hen deed me beseffen hoezeer ze verschilden van het Heilige Boek. De ontdekking van Freud bracht me in contact met een alternatieve moraal. Ik had me nooit kunnen voorstellen dat er een moreel systeem zou kunnen bestaan dat niet was gebaseerd op religie. Bijna iedere bladzijde die ik las was voor mij als Moslim een uitdaging. Door het lezen van deze boeken beging ik een zonde. Wijn drinken en een broek dragen waren niets vergeleken bij het lezen van de geschiedenis van de verschillende denkbeelden. Toen vlogen op een zonnige dinsdagmorgen in New York en Washington vliegtuigen vol mensen gebouwen vol mensen binnen. Ik pakte het Heilige Boek en daarin trof ik Osama bin Laden's woorden ter rechtvaardiging. Vloeiden de aanvallen voort uit het ware geloof in de ware Islam? De kleine doos achterin mijn geest, waarin ik al mijn dissonante gedachten had opgestapeld, barstte open en weigerde weer dicht te gaan. Ik moest de sprong maken die mij deed inzien dat het Heilige Boek relatief was - niet absoluut, niet de letterlijke lettergrepen uitgesproken door God, maar een historisch document, door mensenhanden geschreven 150 jaar na de dood van de Profeet Mohammed. Met andere woorden; het was gewoon een boek tussen andere boeken. Ik ben een moslim omdat ik begrijp waarom zoveel moslims zwijgen als het Heilige Boek wordt aangeroepen om gevangen genomen welzijnswerkers, journalisten en andere Westerse zwervers te onthoofden. Zwijgen is beter dan een conflict met de auteur van het Heilige Boek die de opdracht heeft gegeven om de ongelovigen te onthoofden. Ik ben echter geen moslim omdat ik niet langer bang ben voor het Heilige Boek. Ik leef niet langer in angst dat ik levend zal worden verbrand als ik dood ga. Mijn empathie ligt nu bij het meisje dat haar school niet kan afmaken; die de rest van haar leven zal moeten doorbrengen met hangsloten, hangsloten op haar intellect. Ik ben geen moslim omdat ik het respect voor het boek, zijn auteur en zijn boodschapper ben kwijtgeraakt. Ik heb mijn respect voor hen verloren vanwege hun bloeddorstige eis om te doden en te haten. Ik voel nu de gemeenschappelijke band met allen die ik ooit vermeed: de joden, de christenen, atheïsten, homosexuelen, zondaars van alle kleuren en alle soorten. Ik ben mijn respect voor moslims niet verloren, maar wel voor dat wat het angst inboezemt. Ik word ervan beschuldigd dat ik moslims haat en dat ik hun Heilige Boek en hun profeet belaster. Ik haat moslims niet. Maar inderdaad, ik verafschuw de onderwerping van de vrije wil. Ayaan Hirsi Ali [Vertaling Kees Bakhuyzen, Hoeiboei] | It is a bestseller among the wealthy and distributed free of charge to the poor. It is a book that should not be put on the ground. A book that should not be touched by a menstruating woman. It is a book that inspires one man to put his forehead on the ground in piety, and can rouse another to war. It is a book that contends that the greatest act of worship an individual can aspire to is committing suicide, while taking the life of a sinner. The author has 99 names but not one of them appears on the cover. This book demands total submission by its readers. And has captured the imagination of more than a billion people. This book impressed me even before I could read. To touch the book I first had to wash my hands, then my face, mouth, and my arms, all the way up to the elbows, run some water over my hair and ears and wash my feet. Everything about it was sacred. This submissive child grew into a rebellious teenager. My mother feared that my younger sister Haweya and I would stray. She bought three padlocks, large ones, and a steel bolt. Every evening and weekend, as our peers went out roaming the streets, Haweya and I watched the padlocks. So we looked for pastimes. It was then that we discovered the power of words. Books had the power to make us forget the padlocks. In time, Ma became suspicious. Some of the books had no covers, for they had been in too many hands, but those with covers generally showed a man bending over a woman, with his mouth on hers and their bodies entwined. We tore these covers off and, if questioned, would claim that these books were required school reading. But Ma developed a talent for judging books not just by their cover, but also by their size and appearance. She decided that all compact books were dangerous and would corrupt us. It wasn't just the silly romance novels that were small, but all forms of literature fell under this category. The only book that had a proper place in our house was the Holy Book. I lived by the Book, for the Book. The only thing missing was a husband and children. Soon, a distant cousin was selected to be my husband. This would mean submission not only to Allah, but to my husband-to-be. The hell at the end of life for me seemed abstract, whereas the hell of being forced to submit to a stranger, was immediate, and final. This would be the hell of never feeling love, the hell of never choosing my mate, the hell of spending my life with a man to whom I would have to ask permission before being allowed to exercise my everyday freedom. A man who could take my body without permission. This stranger had the Holy Book on his side. I - fortunately - had my imagination on my side. I suppressed my fear of the Day of Judgement and the pressure of the Holy Book, and I fled to Amsterdam and asked for asylum. And I got it. I arrived in a new land where there were no clans, no tribes, not one but several holy books; I read their books, about how religious they had been; how they had evolved towards secularism. How they had pushed God from public life. They expanded my imagination, but they frightened me, too, for each of them made me think of how different they were from the Holy Book. Discovering Freud put me in contact with an alternative moral system. I had never once imagined that a moral framework could exist that wasn't based on religion. Almost every page I read challenged me as a Muslim. To read these books was sinning. Drinking wine and wearing trousers were nothing compared with reading the history of ideas. Then, on a bright Tuesday morning in New York and Washington, planes full of people flew into buildings full of people. I picked up the Holy Book and there I found Osama bin Laden's words of justification. Did the attacks stem from true belief in true Islam? The little box at the back of mind, where I had stuffed all my dissonant thoughts, snapped open, and it refused to close. I had to make the leap to believing the Holy Book was relative - not absolute, not the literal syllables pronounced by God, but a historical record, written by men 150 years after the Prophet Muhammad's death. In other words, it was just another book. I am a Muslim because I understand why so many Muslims are silent when the Holy Book is invoked to behead captured aid workers, journalists and other Western wanderers. Silence is better than an argument with the author of the Holy Book who has given the command to behead infidels. Yet I am not a Muslim because I have lost the fear of the Holy Book. I have lost the terror of being burned alive after I die. My empathy now lies with the girl who cannot finish school; who will spend the rest of her life with padlocks, padlocks on her intellect. I am not a Muslim because I lost respect for the book and its author and his messenger. I lost respect for them because of their bloodthirsty demands to kill and hate. I now feel the common humanity with those I once shunned: the Jews, Christians, atheists, gays, sinners of all stripes and colours. I lost respect not for Muslims but for what they fear. I am accused of hating Muslims and vilifying their Holy Book and their prophet. I do not hate Muslims. But yes, I detest the submission of free will. |
0 Comments:
Post a Comment
<< Home